homeVoorpagina whoisWie zijn wij? penZelf schrijven boeiHelp pijlLog in penRegistreer

Diabetes Mellitus / Suikerziekte

diabetesBehalve obesitas is diabetes een probleem onder allochtone bevolkingsgroepen in Nederland, ook in Amsterdam.

1. Wat is diabetes mellitus?
Diabetes heet ook wel suikerziekte. Veel mensen denken bij suikerziekte dat het komt door te veel suiker eten. Of dat je dan helemaal geen suiker meer mag. Maar dat klopt niet!
Bij diabetes mellitus betreft het de bloedsuiker, die het lichaam niet meer in evenwicht kan brengen.

Normaal regelt het lichaam de bloedsuikerspiegel heel precies, met het hormoon insuline. Mensen met diabetes maken zelf geen insuline meer, of hun lichaam reageert niet meer op de insuline. Dat hangt af van de soort diabetes.
Als insuline zijn werk niet kan doen, loopt de bloedsuiker veel te hoog op. Als er lang veel suiker in het bloed zit, is dat erg ongezond. Daarom is het belangrijk om diabetes zo snel mogelijk en goed te behandelen. Naast het probleem met bloedsuiker zijn ook vaak het cholesterol en de bloeddruk te hoog.

Bloedsuiker

Bloedsuiker heet officieel ‘bloedglucose’. Geen mens kan zonder glucose, want dat is de brandstof voor het lichaam waarop alle spieren en organen werken. Glucose haalt het lichaam uit koolhydraten in de voeding.
Koolhydraten zitten niet alleen in zoete dingen, zoals suiker en fruit, maar ook in sommige groenten, melk, brood en aardappelen en andere soorten zetmeel. Van koolhydraten maakt het lichaam glucose; die komt in het bloed terecht als bloedsuiker en gaat naar alle lichaamscellen voor energie. Maar te veel is niet goed.
Normaal zorgt het lichaam ervoor dat er precies genoeg insuline is om de bloedsuiker te verwerken. Zo blijft de bloedsuikerspiegel altijd binnen bepaalde grenzen. Bij diabetes mellitus is dat evenwicht weg.
Insuline is onmisbaar
De alvleesklier maakt insuline, die in het bloed komt. Soms maakt het lichaam geen insuline meer, of te weinig. Bij veel mensen reageert het lichaam ook niet meer goed op insuline. De bloedsuiker blijft dan in het bloed zitten en kan niet gebruikt worden als brandstof. Daardoor ben je moe, heb je dorst en moet je veel plassen. Want het lichaam wil de suiker uit het bloed op een andere manier kwijtraken.

2. Diabetes-typen
De twee belangrijkste soorten diabetes zijn diabetes type 1 en diabetes type 2. De twee soorten diabetes lijken op elkaar, maar zijn toch verschillend. Dat leidt vaak tot misverstanden. Daardoor krijgen veel patiënten te maken met onbegrip en verwarring in hun omgeving.
Diabetes type 1
• Het lichaam maakt zelf helemaal geen insuline meer aan.
• Het afweersysteem maakt per ongeluk de cellen die insuline aanmaken kapot.
• Mensen met diabetes type 1 moeten een paar keer per dag zichzelf insuline inspuiten, of een insulinepomp dragen.
• Heette vroeger ook wel ‘jeugddiabetes’.
• 1 op de 10 mensen met diabetes heeft diabetes type 1.

Diabetes type 2
• Het lichaam heeft te weinig insuline.
• Bovendien reageert het lichaam niet meer goed op insuline (ongevoeligheid voor insuline).
• Overgewicht en weinig beweging, maar ook oudere leeftijd naast erfelijke aanleg vergroten de kans.
• Mensen met diabetes type 2 krijgen meestal medicijnen, voedings- en bewegingsadviezen. Soms moet iemand ook insuline spuiten.
• Heette vroeger ook wel ‘ouderdomsdiabetes’. Maar het komt nu ook vaak bij jongere mensen voor.
• 9 van de 10 mensen met diabetes hebben diabetes type 2!

Zwangerschapsdiabetes
Zwangerschapsdiabetes heet vaak ook wel zwangerschapssuiker. Het is een tijdelijke soort diabetes, die meteen over gaat na de bevalling. De meeste vrouwen krijgen het vanaf de 24e week van de zwangerschap, maar sommige vrouwen krijgen al eerder zwangerschapsdiabetes.
In het lichaam van een zwangere vrouw verandert veel. Je maakt bijvoorbeeld andere hormonen aan. Die hormonen zorgen ervoor dat het lichaam tijdelijk minder goed reageert op insuline, het hormoon dat de bloedsuiker regelt.
Tijdens een normale zwangerschap maakt het lichaam extra insuline aan. Zodat er toch genoeg insuline is om de bloedsuiker goed te houden. Maar bij zwangerschapsdiabetes gebeurt dat niet, of niet genoeg. Daardoor blijft er te veel suiker in het bloed zitten. Daarom is het goed dat u wel een behandeling voor zwangerschapsdiabetes krijgt.
Wie heeft meer risico op zwangerschapsdiabetes?
Ongeveer één op de twintig zwangere vrouwen krijgt te maken met zwangerschapsdiabetes. Het kan iedere zwangere vrouw overkomen, maar sommige vrouwen hebben meer kans op zwangerschapsdiabetes dan andere. Wanneer is uw risico groter:
• als u al eerder zwangerschapsdiabetes had;
• als u eerder een baby kreeg van meer dan 4500 gram;
• als u veel te zwaar bent (BMI meer dan 30), al voor de zwangerschap;
• als u een vader, moeder, broer of zus hebt met diabetes type 2;
• als u van Hindoestaanse, Marokkaanse of Turkse afkomst bent;
• als u eerder een miskraam hebt gehad;
• als uw cholesterol of bloedsuiker te hoog zijn.
Na zwangerschapsdiabetes bestaat er een grotere kans op diabetes type 2! Daarom is het goed ook na de bevalling op de gezondheid te letten.

3. Diabetes-cijfers Nederland
Het aantal mensen in Nederland met diabetes neemt flink toe. Het CBS berekende nieuwe cijfers over diabetes vanuit de CBS-gezondheidsenquête.
Zo’n 4,5 procent van de Nederlandse bevolking meldde in 2013 dat ze diabetes hebben. In 2001 was dat percentage nog 2,8 procent.
Overgewicht
Van mensen met ernstig overgewicht heeft 15,7 procent diabetes. Uit de CBS-cijfers blijkt ook dat de kans op diabetes voor mensen met ernstig overgewicht 6 keer zo groot is vergeleken met mensen met een normaal gewicht.
Let op: overgewicht vergroot inderdaad het risico op diabetes type 2, maar lang niet iedereen met diabetes type 2 heeft overgewicht. En lang niet iedereen met overgewicht krijgt diabetes.
Overigens neemt ook het aantal Nederlandse kinderen met diabetes type 1 ieder jaar met bijna 4 procent toe. Dit blijkt uit een recente publicatie in het vakblad Pediatrisch Diabetes. Bij diabetes type 1 speelt levensstijl geen enkele rol. Het ontstaat door een fout van het afweersysteem.

Kwaliteit van leven
Mensen met diabetes leven over het algemeen korter en hun kwaliteit van leven is minder goed. Een ongezonde leefstijl met weinig lichaamsbeweging, ongezonde voeding en overgewicht verhoogt het risico op diabetes. Mensen met diabetes hebben 48 procent meer kans op een hartaanval. Dat blijkt uit de cijfers van het National Diabetes Audit (NDA).

4. Oorzaken diabetes onder allochtonen
Diabetes komt onder bepaalde bevolkingsgroepen relatief meer voor dan bij andere. Dat heeft te maken met diverse factoren: genetische aanleg voor overgewicht en diabetes, culturele aspecten, voedingspatroon en veranderingen van levensstijl.
Naast de mogelijkheid van een erfelijke aanleg is de overgang van een niet-geïndustrialiseerde samenleving in het land van herkomst naar een westers, geïndustrialiseerd land een mogelijke oorzaak. Ook is de leefstijl van allochtone groepen op sommige punten ongezonder (bewegen), maar op andere juist gezonder (voeding). Daarnaast komt onder allochtone jongeren vaker overgewicht en ernstig overgewicht voor dan onder de autochtone bevolking.
Van de allochtone groepen in Nederland zijn het vooral de Turken, Marokkanen en Hindoestanen (met name die van Surinaamse afkomst) die vaker diabetes hebben dan de autochtone Nederlanders. De behandeling van diabetes en het leven met de aandoening is voor veel allochtone mensen moeilijker dan voor de autochtone diabetespatiënten.

Hoe vaak komt het voor?
De meest voorkomende vorm van diabetes onder allochtone groepen is type 2 diabetes, evenals bij de autochtone bevolking. De beschikbare cijfers over diabetes bij allochtonen zijn gebaseerd op de situatie in de grote Nederlandse steden. Bijna tien procent van de Nederlandse bevolking is van niet-westerse afkomst. In de grote steden in de Randstad vormen niet-westerse allochtonen 40% van het totaal.
• Turken en Marokkanen: boven de 45 jaar heeft 44% van de mannen en 26% van de vrouwen type 2 diabetes. Dat is ongeveer drie tot zes keer zo veel als het percentage blanke bevolking van die leeftijd. Meer Turkse en Marokkaanse vrouwen dan mannen hebben diabetes.
• Surinamers/Antillianen (met name de Hindoestaanse Surinamers): boven de 60 jaar heeft 37% diabetes, zowel mannen als vrouwen. Bij Creoolse vrouwen loopt het aantal zelfs op tot 70% boven de leeftijd van 70 jaar. Dit is voor een groot deel te verklaren door het meer voorkomen van obesitas bij deze groep vrouwen.
• Marokkaanse kinderen hebben een grotere kans op type 1 diabetes. Kinderen van Surinaamse en Turkse afkomst hebben juist weer minder risico dan kinderen van Nederlandse afkomst.

5. Cijfers Amsterdam Oost
Vijf procent van de inwoners van Oost heeft diabetes. Dit percentage is gelijk aan het cijfer uit 2008 en wijkt niet af van het Amsterdamse gemiddelde (6%).

De aandoening komt in Oost even vaak voor bij mannen als bij vrouwen. Het aandeel inwoners met diabetes neemt sterk toe met de leeftijd en bedraagt 21% onder de 65-plussers in Oost. Het cijfer verschilt niet tussen de vier gebieden. Stedelijke cijfers laten verder zien dat laagopgeleiden en inwoners van niet-westerse herkomst vaak diabetes hebben.

6. Omgaan met diabetes
De behandeling van allochtone mensen met diabetes in Nederland is vaak problematisch. De verschillen in taal en cultuur maken voorlichting en behandeling aanzienlijk moeilijker. Daarnaast zijn er culturele aspecten die het omgaan met diabetes lastig maken. Belangrijke hulp bij voorlichting over diabetes bieden Voorlichters in Eigen Taal en Cultuur (VETC’ers).
Veelgehoorde ervaringen en problemen:
• Andere voedingsgewoonten kunnen zowel het ontstaan van diabetes bevorderen (via overgewicht door veel zoet - dus calorierijk - en vet eten) als de dagelijkse behandeling van diabetes bemoeilijken. Hindoestanen en Marokkanen eten bijvoorbeeld veel koolhydraatrijke voeding, vaak op onregelmatige tijden. Bovendien wordt het weigeren van eten vaak gezien als een belediging, of als een belemmering van een sociale activiteit.
• De jaarlijkse vier weken durende Ramadan is moeilijk voor het reguleren van diabetes. Het vasten tussen zonsopgang en zonsondergang zorgt voor extreme pieken en dalen in het bloedglucosegehalte.
Met alle mogelijke gevolgen van dien: gevaar voor acute of latere complicaties. Mensen die bejaard of ziek zijn hoeven weliswaar niet mee te doen, maar men doet toch graag mee uit plichtsgevoel en omdat diabetes niet als een ziekte wordt beschouwd. Met een arts of verpleegkundige kan vooraf besproken worden of de medicatie tijdelijk aan te passen: andere doseringen, andere soorten insuline of andere tijdstippen van inname.
• Veel Marokkanen en Hindoestanen onderschatten diabetes. Als ze op reis gaan, laten ze vaak hun medicijnen thuis omdat ze denken dat ze die daar niet nodig hebben. Het weer is er immers beter en het eten is anders. Bij velen leidt dat tot uit de hand lopende bloedglucosespiegels tijdens de vakantie, en is het nadien moeilijk om die weer te reguleren.
• Omdat je diabetes op zich niet voelt in je lichaam, denken met name veel Turkse en Marokkaanse mensen dat het niet ernstig is. Velen, met name van de ‘eerste generatie’ weten weinig over het menselijk lichaam en de mechanismen rond diabetes en stofwisseling zijn dan ook nauwelijks te begrijpen. Het belang van beweging en voeding in verband met diabetes is lastig uit te leggen.
• In de spreekkamer bij de arts zijn velen overdonderd, nog afgezien van de taalbarrière. Veel Marokkanen en Turken kijken erg op tegen artsen, durven niet door te vragen en geven sociaal wenselijke antwoorden zonder de boodschap echt te begrijpen.
• Bij de behandeling van type 2 diabetes is het vaak nodig om over te stappen naar insuline spuiten, als medicijnen niet voldoende werken. Dat is voor allochtone mensen vaak moeilijk te accepteren, want spuiten associëren ze met een ernstige ziekte of een drugsverslaving.
• Veel allochtonen, hebben hardnekkige misvattingen over diabetes bijvoorbeeld dat het besmettelijk is, of een straf van Allah.

Conclusie is dat diabetes een steeds vaker voorkomende ziekte is, vooral ook onder
groepen allochtonen, en dat de invloed van deze ziekte op lichaam en geest vaak wordt onderschat!

Bronnen:
-Diabetes Fonds-website;
-RIVM-onderzoek 2007;
-Diabetes Fonds / CBS-cijfers 13 november 2014;
-Amsterdam Oost ‘Gezond en Wel’, Gezondheidsmonitor GGZ Amsterdam 2012;
-National Diabetes Audit, publicatie Nu.nl 10 december 2012;
-Nationaal compas/ studie Brussaard et al 2001.

Boeken:
-‘Zin in lekker eten’: hét kookboek van het Diabetes Fonds.
-‘Andere gezonde voeding’, auteur diëtiste Harriët Verkoelen.

Gepost door ahmed
Cafe • (0) CommentaarPermalink



Naam:

Email:

URL:

Smileys

Onthoud mijn persoonlijke informatie

Mail me bij vervolg-commentaar


Terug naar de hoofdpagina

Zoeken

geavanceerd zoeken