homeVoorpagina whoisWie zijn wij? penZelf schrijven boeiHelp pijlLog in penRegistreer

Toespraak Ahmed El Mesri op 3 maart 2011 over homoseksualiteit bij etnische groepen

Een toespraak van Ahmed El Mesri, voorzitter Assadaaka over homoseksualiteit bij etnische groepen en de rol van de gemeente en zelforganisaties op donderdag 3 maart 2011 bij stichting Aknarij Karel Doormanstraat 125 Amsterdam (Bos en Lommer).  Toespraak_Ahmed_El_Mesri_op_3_maart_2011_over_homoseksualiteit_bij_etnische_groepen_en_de_rol_van_de_gemeente_en_zelforganisaties.doc

26 november vond een bijeenkomst plaats over homoseksualiteit bij etnische zelforganisaties. De bespreking ging nog niet eens over homoseksualiteit als zodanig, maar alleen maar over het bespreekbaar maken ervan in eigen kring. Een kleine drie weken later reeds kregen wij hiervan een verslag toegezonden via e-mail van de notuliste die werkzaam is bij de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Onder het kopje ´onderwerp´ was gezet: ´Verslagje van bijeenkomst 26 november over homoseksualiteit´.
Ik was ontsteld! Wij en ik in het bijzonder, Ahmed El Mesri, als voorzitter van Assadaaka, hebben op die bewuste dag met het COC, dat al sinds jaar en dag de overkoepelende belangenorganisatie voor homoseksuele mannen en vrouwen is, geprobeerd met zelforganisaties een opening te creëren in het al jarenlange, zo langzamerhand decennialange, debat over het bespreekbaar maken van homoseksualiteit, om nog maar te zwijgen van de acceptatie ervan. En voortdurend blijkt het bij die zelforganisaties een onbespreekbaar onderwerp te zijn. Er is dit, er is dat, er is altijd wel wat. Kortom: het onderwerp komt in de praktijk steeds niet ter sprake, en talloze mensen binnen onze Nederlandse maatschappij, van welke afkomst dan ook blijven maar met vragen en twijfels zitten over hun eigen geaardheid, zonder dat zij kunnen rekenen op enig begrip of ondersteuning van wie dan ook.
Ondertussen hoor je overal berichten over het toenemende geweld tegen homo´s, zowel tegen vrouwen als mannen, wat het voor veel mensen nog eens veel moeilijker maakt om voor hun geaardheid uit te komen. En dat allemaal terwijl het beleid van de gemeente is om Amsterdam een tolerante stad te maken, zo tolerant als het ooit was, misschien in de jaren zestig. Soms lijken die tijden wel erg ver weg. Een stad waarin iedereen een plaats heeft, ongeacht etnische afkomst, ongeacht seksuele geaardheid. Een belangrijk, wat zeg ik, een héél belangrijk onderwerp. Misschien wel het belangrijkste onderwerp. Het hangt toch zeer nauw samen met de integratiepolitiek?
Daarover ging de bespreking van 26 november en daarbij kwam ook de rol van Assadaaka naar voren. Assadaaka probeert al jarenlang taboes te doorbreken, juist door mensen ermee te confronteren. Homoseksualiteit, dat weet iedereen, is ook voor een geboren en getogen Nederlander, een taboe, hoe spijtig dat ook is. En wanneer het over etnische groepen gaat, dan wordt het nog moeilijker. Wij moeten en willen bij dat taboe niet verder betrokken zijn. Wel moeten wij betrokken zijn bij het vervolg van ons gesprek van 26 november.
En wat voor vervolg is er tot nu toe geweest? Wat heeft de gemeente tot nu toe gedaan om tot een doorbreking van het taboe te komen? Als de gemeente ook daadwerkelijk wil wat ze in ‘het verslagje’ schrijft - het lijkt er al op alsof het kopje waaronder de notuliste het verslag verstuurd heeft meer dan genoeg zegt - dan zal ze toch geld vrij moeten maken voor organisaties die daadwerkelijk iets willen doen aan de acceptatie van homoseksualiteit en de emancipatie van mensen die een andere seksuele geaardheid hebben dan de standaard. Dat betekent dus concreet dat er subsidiegelden vrijgemaakt moeten worden voor organisaties als Assadaaka en het COC, omdat zij in het bijzonder zich in zullen zetten, zoals zij dat altijd gedaan hebben, voor mensen met een afwijkende seksuele voorkeur.
Er moet geen geld zijn voor organisaties die er dubbele ideeën over nahouden, die in het openbaar zeggen dat zij zich inzetten voor de belangen van minderheidsgroeperingen, maar als het erop aankomt niet thuis geven. Het, ik kan het niet genoeg benadrukken, nogal badinerend genoemde ‘verslagje’ van de notuliste, geeft duidelijk genoeg aan welke organisaties niet van plan zijn de koe bij de hoorns te vatten. Het is tijd, geheel en al in het kader van het beleid van de gemeente, om die koe wél bij de horens te vatten. Er moet ingezet worden op organisaties die niet alleen zéggen dat ze discriminatie bestrijden, maar dit ook in hun beleid aantonen. De tijd van pappen en nathouden is voorbij! De uitslagen van de verkiezingen voor de Provinciale Staten lijken aan te geven dat er een nieuwe tijd aanbreekt: het is voor de gemeente tijd om aan te geven dat die nieuwe tijd al begonnen is.  Wij gaan ervan uit dat die tijd ook daadwerkelijk begint.

Dank u wel.

Gepost door kamal
Cafe • (0) CommentaarPermalink



Naam:

Email:

URL:

Smileys

Onthoud mijn persoonlijke informatie

Mail me bij vervolg-commentaar


Terug naar de hoofdpagina

Zoeken

geavanceerd zoeken