Het was zo warm dat ik besloot een wandelingetje door de buurt te maken en mijn krantje op het Boniplein te lezen. Onderweg stond een vrouw verbeten haar ramen te soppen. “Kan ik niet helpen?” En spontaan begon Anna te vertellen dat ze geen hulp nodig had want dat ze bij de Wibra hele goede sop hadden, in een groen flesje. Het vuil verdween meteen. “Een wonder!”, en ze zei het ook zo dat ik ging geloven dat het ook echt een wonder was. En met trots vertelde ze dat ze de ramen waste met maar ëën emmer water, dezelfde als waarmee ze ook de auto had gewassen. Ja want je mag dat niet zomaar weggooien.
Met een licht Oost Europees accent sprak ze verder vloeiend Nederlands. Alleen de g’s werden af en toe h’s. Ze bleek Kroatisch te zijn. Ze ging straks oppassen bij haar dochter en de kleinkinderen. En daarom moest nu snel het huis aan kant. En ze moest nog zoveel dingen doen. Ze gooide de emmer sop leeg over het stoepje en de galerij en begon flink te schrobben. De kinderen uit de buurt zetten hun fiets tegen het raam.
Ze vroeg laatst of die fietsen niet tegen het muurtje konden. Toen dreigde een jong meisje, dat ze een mes zou gaan halen als ze nog eens zeurde. Geschrokken vroeg ik, of ze daarmee niet naar de politie was geweest. Er liepen terwijl ik dat zei ook net twee agenten langs. Maar daar wilde ze niets van weten. “Zo een jong meisje”, en ze wees naar mijn navel. Maar ze liet zich niet wegpesten hoor, ze had zelf ook een mes. Anna is te trots voor hulp. Maar ze zat wel de hele dag binnen, vertelde ze. De mensen zijn zó veranderd. Ze kwam eigenlijk alleen nog buiten voor rommelmarkten, of als ze naar de kinderen moest. Of om de ramen en de auto te wassen. Met één emmer!
Toen kwamen de verhalen pas echt los. Want de auto die ze net gewassen had, een oud brikkie, had ze van haar zoon gekregen. Haar zoon was overleden, daarom koesterde ze haar autootje. In flarden kwam het eruit. Hij slikte zo veel pillen en ging toen op vakantie met zijn vrienden en de moordenaar had maar heel kort straf gekregen. En elke maand ging ze kaarsen kopen bij het tuincentrum, die wel een maand moesten branden. Dat was het enige dat ze nog voor hem kon doen. Ze veegde de tranen uit haar ogen. Ondertussen boende ze hard en sloeg ze het vuil uit haar bezem. maar haar helpen was absoluut onmogelijk.
Het ziet er weer netjes uit, zei ik dan maar. “Bedankt voor het publiek.” Eigenlijk wilde ik een foto maken voor Zeeburg.NU, maar ik durfde het niet te vragen. Anna was zo trots. Dus ik plak hier een plaatje van het Boniplein. Dat vond ze heel mooi geworden. “Eindelijk hebben ze er bomen neergeplant”. En volgende week klop ik nog even aan. Als ze er niet is, gooi ik een kaartje in de bus. Met de groeten van zeeburg.
bron afbeelding: http://www.speelplan.nl