Al een paar dagen kom ik berichten tegen over een zekere Bokito die in Rotterdam een vrouw heeft aangevallen. Hij zou haar honderd keer hebben gebeten. Waarom? De dierentuin probeert heel behoedzaam uit te leggen dat de vrouw die gebeten is misschien wel erg vaak, vier maal per week, naar de aap stond te kijken. Ze had dus kennelijk intensief contact met de aap. Maar wat behelst een dergelijk contact? Dat kan de vrouw in kwestie beantwoorden en misschien ook niet.
Waarom was deze vrouw zo fefascineerd door Bokito? Droomde ze van hem? Was het zo’n soort moeder kind dinges? Was ze verliefd op hem? Soulmates? Wilde ze liefde? Dacht ze dat hij liefde wilde en of nodig had? Wilde ze macht over hem? Haar man stond, geloof ik, maar een beetje erbij en keek ernaar? Zond ze een dubbele boodschap naar hem uit? Misschien voelde de aap zich wel ge?ntimideerd en of uitgelokt? Tegelijkertijd had de dierentuin haar maatregelen moeten nemen. Immers, ze kenden de vrouw, ze kenden de aap en ze waren op de hoogte van haar contactgedrag.
Soms ga ik wel eens naar Artis en kom ik ook in het apenverblijf en verbaas ik mij over de glazen wandenstrijkers. Het zijn met name vrouwen, durven mannen dit niet in het openbaar? Ze maken tijdens dit strijken ook oogcontact met de apen. Wanneer de strijkers synchroon bewegingen op het ritme van de zich stierlijk vervelende aap die misschien wel ernstig uit z?n hum is en niets liever zou willen dan dit hele circus achter zich laten en dit geheel van handelingen en schemergevoelens gepaard gaat met het slaken van kreten loop ik weg omdat ik het g?nant vindt. Waarom? Ik weet het niet, op de een of andere manier, hoort dit niet. En wat vinden die apen daar nu van? Dat weten we dus niet, niet echt, want we kunnen het niet aan de apen in kwestie vragen. Laat staan dat zij gaan antwoorden. Wellicht iets voor de apenfluisteraar?
Nog mijmerend over waarom het intieme mens-aapcontact mij zo stoort, kwam ik gisteren tijdens mijn avondzap terecht bij een klein lief Makakenaapje, dat enigszins ruw, want het wilde niet, op een soort van weegschaal werd geduwd. Vervolgens kreeg het een spuitje. Terwijl het Makakenaapje daar zo bewusteloos - of is het dood, dat is niet geheel duidelijk - lag, werden zijn niertjes door grote brede mannenhanden (die bleken naderhand van de grote dr. Kropowski ‘himself’ te zijn) eruit geknipt. Twee lieve kleine niertjes, prachtig van kleur, liggen op een roestvrijstalen schaaltje, het nierbekken. Vervolgens worden ze doormidden gesneden met een vlijmscherp mesje, van het goede merk. In een reageerbuisje stampt dr. K. het niertje aan gort. In gepureerde vorm wordt het verder bewerkt en na een reeks van zeer kostbare productiegangen heb je dan een antipoliovaccin. Er ontstond een geweldige handel in Makakenaapjes. De een z?n brood is de ander z?n dood. Nu weet u ook, waar dit spreekwoord vandaan komt!
Het verhaal houdt hiermee niet op, het gaat verder en het neemt opeens een hele Makaken wending.
In de niertjes van de Makakenaapjes komt namelijk een virus voor, het zogenaamde SV40 virus. Bij het aan het licht komen van deze omissie, draaide de hele antipoliovaccinmachine al op volle toeren. Er gingen miljarden dollars in om en men nam deze omgekeerde serendipity op de koop toe! De vader van het vaccin, dr. K. (die van die grote handen) was inmiddels verwikkeld in een heftige concurrentiestrijd met dr. Salk en dr. Sabin, die zich ook bezig hielden met het ontwikkelen van een antipoliovaccin. Wat was er dan gebeurd? Waarom was er sttrijd? Dr. K. had in de jaren vijftig niet stil gezeten in zijn drang om het goddelijke te evenaren en had proeven op levende kinderen gedaan en dat was dus aan het licht gekomen. Voor de Amerikaanse overheid was dit een reden om dr. Kropowski, vandaar het dr. K., als d?dain te markeren, voor even aan de kant te schuiven en andere artsen te promoten zoals genoemde dr. Salk en dr. Sabin. Dr. K. koos uiteindelijk vliegtickets voor zijn geld en voor Afrika, Belgisch Kongo, om aan de plaatselijke bevolking (??n miljoen koloniale slaven), het met het SV40 virus besmette antipoliovaccin oraal toe te dienen.
Twintig jaar later breekt precies daar het AIDS-virus uit.
Toeval?
In zijn boek The River, poneert de wetenschapsjournalist Edward Hooper dat AIDS ontstaan is door toediening van het met het SV40 virus besmette antipoliovaccin (van dr. K.). De beroemde evolutiebioloog Bill Hamilton, (van het formaat Darwin), meent dat dit wel eens voor 95% kan kloppen. Hij ondersteunde de hypothese van Hooper en ging op onderzoek uit. Helaas is Hamilton in 2000 overleden aan de gevolgen van malaria tijdens zijn zoektocht naar sluitend bewijs (4,9999999 %) voor de hypothese van Hooper. Dit bewijs bevindt zich in de uitwerpselen van Chimpansees.
Volgens de Amerikaanse patholoog Cecil Fox wil de gevestigde wetenschappelijke orde niet aan de hypothese van Hooper en niet alleen vanwege het feit dat Hooper niet ??n van de hunnen is. Er staan, volgens Fox die overigens in de jaren zestig ook al vermoedde dat het polivaccin onzuiver en ondeugdelijk was, maar dit niet hard kon maken omdat hij voor de overheid werkte en geen verder onderzoek kon, wilde en mocht doen, nogal wat dingetjes op het spel. Want stel dat de hypothese tot theorie wordt (nog maar 4,99999 %), dan betekent dit onder andere:
- Het westen (Dr. K en zijn team) heeft AIDS naar Afrika gebracht
- Schadeclaims met desastreuze gevolgen voor de Amerikaanse overheid
- Xenotransplantaties staan op het spel
- Poliovaccinatie beleid staat op het spel
- Miljarden omzetten staan op het spel
En dan te bedenken dat de animalocide op Makaken en in het verlengde daarvan het AIDS-drama misschien niet nodig was geweest als er niet zo uitzinnig veel geld in om was gegaan!
Apen en mensen, mensen en apen. Er gaan veel verhalen rond. Laat ik deze column afsluiten met een verzoek aan alle mensen die zonodig iets met apen moeten! Laat de aap in zijn waarde en laat hem vooral met rust. Niet willen betoveren, niet willen flirten, niet willen bezitten, niet willen verkopen, niet willen aaien en niet willen opensnijden. Gewoon met rust laten.
Broodje Aap?
Afblijven!