homeVoorpagina whoisWie zijn wij? penZelf schrijven boeiHelp pijlLog in penRegistreer

Raadsadres toezeggingen ligplaatsen

Geachte Commissie,

Twee jaar en 9 maanden geleden, op 9 januari 2007, spraken wij over dit onderwerp ook in. Toen echter bij de commissie ROB:

Wij wonen op een woonschip aan de XXXX op nummer XXX. Wij nemen de ligplaats in aan de buitenplek van de buitenste steiger.

Inmiddels bijna 5 jaar geleden, om precies te zijn op 23 maart 2005 deden wij, naar aanleiding van plannen om in het kader van het nieuwe bestemmingsplan een aantal nieuwe ligplaatsen te verwezenlijken, een aanvraag om aan de buitensteiger die zal worden gebouwd aan de Borneokade naast ons, op termijn ligplaats te mogen innemen, wederom aan de buitenkant. Wij verzochten het stadsdeel kortom om behoud van onze huidige buitenpositie.

Wij liggen nu buiten op, hebben aan een kant geen buren en vrij uitzicht. Bovendien hebben wij een onaangename relatie met onze directe buren en overlast van ontzettende inkijk vanaf hun woonboot. Het stadsdeel is daarvan (al jaren ) op de hoogte. Een verplaatsing zou dus (plan) schade voorkomen. Ons schip is gewoon simpelweg meer waard op onze huidige buitenplaat met een vrije zijde. En er zou deels een oplossing worden gecreëerd voor de situatie aan de steiger. Voor ons een buitengewoon belangrijk besluit dus. Zeker als men bedenkt dat die steiger maar 2 meter breed is. Als wij op zouden schuiven, laten wij bovendien gewoon een ligplaats achter die kan worden toegewezen aan een te verplaatsen boot.

In reactie op ons inspreken stelde de verantwoordelijke wethouder, de heer Salm, op vragen van de comissie:  dat het “zeer wel mogelijk was om aan verzoek tegemoet te komen, maar dat er dan een nieuwe vergunning moeten worden aangevraagd. Hij nodigde ons uit om daarover met hem een afspraak te maken.???

Ondanks herhaalde verzoeken van onze zijde, en het herhalen van onze aanvraag…(zie de lijst met correspondentie etc.)lukte het niet om helderheid te krijgen over de te volgen procedure. Het stadsdeel voerde daartoe deels terecht aan dat de bouw van de steigers nog niet zeker was, omdat tegen de bouw procedures werden gevoerd. Maar men verzekerde ons, in meerdere brieven, dat er tzt. een gesprek met ons zou worden gehouden en dat er een belangenafweging zou plaatsvinden. 

Inmiddels in de zomer van 2008, begonnen er geruchten de ronde te doen over de te verplaatsen schepen her en der in het stadsdeel. Er zouden een lijst rouleren met ligplaatsen…Maar wij gingen er, op grond van de toezeggingen echter van uit dat wij tijdig zouden worden opgeroepen voor het ons toegezegde gesprek.

Toen in december vorig jaar het bestemmingsplan definitief werd en de steigers gebouwd mochten worden, verzochten wij in een brief aan het stadsdeel om eindelijk duidelijkheid te verschaffen. Wij vernamen taal noch teken. Na weer vier maanden, in maart van dit jaar stuurden wij wederom, dit keer een boze, brief, waarin wij bezwaar maakten tegen de gang van zaken. Daarop werd ons wederom medegedeeld dat wij tzt, op initiatief van het stadsdeel zouden worden benaderd voor een gesprek. Er werd niet aan ons uitgelegd waarom er weer geen besluit kon worden genomen op onze aanvraag. Inmiddels hadden wij de ombudsman gevraagd naar de zaak te kijken. We wilden echt, na zo lang, een gesprek en duidelijkheid.

We hoorden daarna niets meer van het stadsdeel. Dit duurde enige maanden. De ombudsman had in afwachting van behandeling van onze bezwaren de zaak in de ijskast gelegd. In juni van dit jaar hoorden wij via via dat de ligplaats waar wij de aanvraag voor hadden gedaan was toegezegd aan een ander. We deden navraag bij de heer SXXX, die in opdracht van het stadsdeel de verplaatsing uit de Flevohaven bleek uit te voeren. Op onze vragen gaf hij een bevestigend antwoord. Hij had toezeggingen gedaan over de bewuste ligplaats. Heer SXXX heeft aan de heer NXXX op 13 juli gevraagd zsm contact met ons op te nemen. Dat zou hij doen. Niets meer van vernomen.

Tot op heden hebben wij dus niets van het stadsdeel vernomen over toezeggingen, geen uitnodiging voor een gesprek ontvangen. Wat wel is gebeurd is dat de bezwarencommissie, na 4 maanden, in de vakantie, een advies heeft gegeven. Wij zijn niet gehoord…op dat advies heeft het stadsdeel een besluit gebaseerd: de strekking van het besluit is dat wij, omdat er nog geen ligplaats is, ook geen aanvraag kunnen hebben gedaan, dat er dus ook geen besluit hoeft te worden genomen. Wij zijn niet ontvankelijk in ons bezwaar. De inhoud van onze bezwaren is helemaal niet behandeld.

En dit terwijl er dus, zo blijkt, wel toezeggingen kunnen worden gedaan aan anderen ondanks dat de steiger nog moet worden gebouwd en niet bestaat…

En daarom zitten we nu hier. We willen dat er een besluit wordt genomen, dat er naar onze belangen wordt gekeken. Dat is ons meerder malen (schriftelijk) toegezegd. Die toezegging hoort, zo vindt inmiddels ook de ombudsman, door u gestand te worden gedaan.

Dat wij belang hebben bij het besluit hoeft verder geen betoog denken wij.

Wij willen ook niet via de rechter iets af hoeven dwingen wat ons is toegezegd en waar we gewoon recht op hebben. Dat behoeft ook geen betoog denken wij.

We hebben beroep aan moeten tekenen tegen het besluit. Anders lopen wij kans geen rechtsgang te hebben. Wij verzoeken u de wethouder op te dragen te doen wat hij heeft beloofd; De toezeggingen aan derden tot nader order intrekken en een gedegen belangenafweging uitvoeren, gebaseerd op de door ons ingebrachte argumenten en evidente belangen. Indien leden van de commissie daartoe de behoefte voelen, dan nodigen wij hen uit ter plaatse de situatie te bekijken.

Familie van AXXX - de LXXX



Share |
Commenting is not available in this channel entry.

Terug naar de hoofdpagina

Zoeken


geavanceerd zoeken

Externe Links


Nieuwssites

Persoonlijke Sites

Overheid

Lokale Partijen

Overig