In de klaslokalen van alle basisscholen komt een wandplaat te hangen van de vijftig belangrijkste personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis. IJkpunt voor de wandplaten is de canon van Nederland die een commissie in opdracht van minister Maria van der Hoeven (CDA, Onderwijs) samenstelt en die maandag zal worden gepresenteerd. Daarin staat precies wat iedere Nederlander van de nationale geschiedenis moet weten.

De wandplaten maken deel uit van een offensief om geschiedenislessen te verlevendigen. Er komen ook speciale websites en schooltelevisieprogramma?s over de nationale geschiedenis. Daarnaast is er natuurlijk het besluit tot oprichting van een Nationaal Historisch Museum dat interactief en dus geschikt moet zijn voor kinderen.

Het kabinet verdient een compliment voor de wijze waarop het de nationale geschiedenis nieuw leven inblaast. Het realiseert zich ogenschijnlijk dat met alleen het opstellen van een canon historische kennis nog niet is verspreid en brengt daarom zelf de Nederlandse geschiedenis naar de scholier toe door middel van wandplaten, websites en televisieprogramma?s.

Er is bovendien slim gekozen uit de middelen waarmee historische kennis kan worden overgedragen. Geschiedenis onderwijzen aan de hand van beelden is een beproefd recept om boekenwijsheid ? want dat is geschiedenis tenslotte ? over te dragen. Een wandplaat is nooit saai. Denk maar aan de generaties kinderen die vroeger tijdens de les konden wegdromen bij de wandplaten van Johan Herman Isings over het Behouden Huis op Nova Zembla of de Noormannen voor Dorestad.

Bron: Elsevier.nl
Zie voor de Canon: http://www.entoen.nu/
Zie ook: http://www.zeeburg.nu/index.php/Comments/tijd_voor_amsterdams_canon/

Hopelijk komen ook de schoolplaten van Ising weer terug in de klaslokalen.

http://www.de-kantlijn.com/schoolplaten_isings.htm

Ideetje voor Amsterdam?

Lof voor geschiedenisboekje Hoogeveen

Het boekje ‘Alles is anders om me heen’ over de geschiedenis van Hoogeveen heeft een eervolle vermelding gekregen van de commisie van Oostrom, die deze week de Canon van de Nederlandse Geschiedenis presenteerde. Daarin staan historische feiten die elke Nederlander zou moeten kennen.

Het boekje ‘Alles is anders om me heen’ is eind vorig jaar uitgegeven door de gemeente Hoogeveen in samenwerking met Hazewinkel Pers, uitgever van onder meer het Dagblad van het Noorden. Het is een toegankelijk boekje over de lokale geschiedenis, dat onder meer bij basischolen gretig aftrek vond.

De nationale commissie onder leiding van hoogleraar Frits van Oostrom is zeer lovend over de uitgave. “Het liefst zag onze commissie voor elke gemeente een lokale canon voor het basisonderwijs ontworpen; een initiatief zoals in Hoogeveen zou men veel meer kinderen gunnen”, staat in het rapport.

Het boek is nog te koop bij het kantoor van Hazewinkel Pers aan de Schutstraat in Hoogeveen en bij de plaatselijke boekhande Pet! Ook is het volledige boekje te lezen op: http://www.cultuurenschoolhoogeveen.nl/allesisandersommeheen.htm

‘Geschiedenisboek te moeilijk voor vmbo-leerling’

Alle scholieren moeten de vijftig meest belangrijke onderwerpen van de Nederlandse geschiedenis kennen, vinden de wetenschappers die onlangs de Canon van Nederland presenteerden. Dat geldt vooral voor havo- en vwo-leerlingen. Maar wat met leerlingen op het vmbo?

“Meneer het is zo saai”, roepen veel leerlingen over hun lessen en dat geldt ook voor geschiedenis. Geen wonder vinden de leraren Ton Peters en Lammert Doedens van het Dr. Nassau College (vmbo) in Beilen. “Lesboeken geschiedenis zijn meestal gemaakt voor havo en vwo. De vmbo-boeken zijn daarop gebaseerd, met als gevolg dat er veel te veel moeilijke woorden in staan. De teksten sluiten niet bij de leerlingen aan”, zegt Lammert Doedens. Hij haalde met zijn collega eens alle moeilijke woorden uit een hoofdstuk en legde de tekst aan zijn collega’s voor. Die snapten er niets meer van. “Dat geldt voor leerlingen natuurlijk ook.” Hoe lager het niveau op het vmbo, hoe moeilijker leerlingen de boeken vinden. “Deze geschiedenisboeken testen alleen de, taal-intelligentie van deze kinderen en juist daar zijn ze niet goed in.”

Peters en Doedens maakten een eigen lesprogramma om leerlingen te leren over de Tweede Wereldoorlog. Begin dit jaar wonnen ze met de lessenserie Een schuldig landschap bij jou in de buurt een landelijk prijs van geschiedenisdub Anno. Aanpak: leerlingen uit de vierde klas leiden leerlingen uit de tweede klas rond in voormalig doorgangskamp Westerbork. Het recept van Peters en Doedens lijkt eenvoudig. Lammert Doedens: “Wil je leerlingen interesseren dan moet je beeldend materiaal gebruiken, zoals schoolplaten, speelfilms, games, internet.”

Leerlingen in Beilen kregen bij handvaardigheid als opdracht: Je moet met je familie naar kamp Westerbork. Je mag een voorwerp meenemen. Kies wat je mee wilt nemen en maak het. Alle voorwerpen zijn tentoongesteld in het Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Ook werd ge?ventariseerd waar in Beilen joden woonden en was er een tocht langs deze woningen. Bij al deze werkwijzen bleken leerlingen wel degelijk ge?nteresseerd in geschiedenis.

Hoe lager het niveau op het vmbo, hoe minder uren geschiedenis leerlingen krijgen. “Alsof praktijkgerichte leerlingen er niet in ge?nteresseerd zijn”, zeggen Peters en Doedens. Zij zijn overtuigd van het tegendeel. “Absurd”, vindt Peters het aantal uren. “In het basisonderwijs zijn ze beter af’, zegt Doedens. Maar op meer uren willen beiden niet wachten. Voor de uren die er zijn maken ze lessen die moeten aansluiten bij de levenswereld van deze kinderen. Een nieuw project staat al op stapel: Screbrenica.

Bron: DvhN.

wat een eye-opener.
Nooit eerder bedacht, dat je geschiedenis naast te saai ook nog te moeilijk kon vinden. Of dat je iets saai vindt doordat je t moeilijk vindt.

Maar ik denk wel dat nu het hele vmbo over een kam wordt geschoren en dat er echt wel mavo’ers zijn die zo’n boekje kunnen snappen, ookal is het dan moeilijk. Zonde dat ze dat ooit hebben afgeschaft.

Ik kwam ooit van 5 havo in 5 vwo terecht, zegt er een klasgenoot tijdens geschiedenis: “Zaz, wanneer begon de tweede wereldoorlog in Nederland ook alweer, jij weet zoiets vast wel.”
Toen dacht ik echt “wat doe ik hier?” en een vriendin vertelde t door aan iemand in 3-Mavo die t niet wilde geloven. Later werd het nog gecompleteerd met een opmerking “Wie was Marx?!”
plaatsvervangende