Dakloze jongeren nemen in aantal fors toe. Tijdens de spreekuren van de Assadaaka Community komen steeds regelmatiger ouders, partners, familieleden en jongeren zelf voorbij die geen uitweg weten voor hun huisvestingsprobleem. De KOSTENDELERSNORM in de PARTICIPATIEWET drijft jongeren het ouderlijk huis uit. Leidende tot THUISLOOSHEID en DAKLOOSHEID.
Tijdens de goed verzorgde en voedzame lunch nam een ervaringsdeskundige, FATIMA, het woord:
Mijn naam is Fatima. Ik ben 21 jaar oud en ben geboren in Amsterdam. Thuis bij mijn ouders had ik een plezierige jeugd. Ik ging naar de Clara Feyschool en haalde op het Montessori Lyceum mijn HAVO diploma, toen was ik 17 jaar. Mijn vader leeft al jarenlang van een PARTICIPATIEWET UITKERING (bijstand) en is ziek van het zware werk dat hij in de Amsterdamse haven deed. Mijn moeder werkt een paar uurtjes in de week bij een schoonmaakbedrijf. Alles bij elkaar bleef er maar weinig geld over voor leuke dingen, na aftrek van de vaste lasten voor ons gezin. Er was nooit geld voor een vakantie in het buitenland of voor een schoolreisje. De aanschaf van een dure laptop voor de HAVO was echt een groot probleem voor mijn ouders. Ik schaamde mij voor mijn klasgenoten.
Nooit kon ik eens merkkleding kopen. Meestal kocht mijn moeder mijn kleding in een KRINGLOOPWINKEL. Netjes, maar altijd wel al door anderen gedragen. Doordat mijn vader grote schulden had, nadat zijn pizzeria failliet was gegaan stond hij onder curatele. De bewindvoerder nam zijn financiële huishouding over en stelde mijn moeder 35 Euro in de week beschikbaar voor de boodschappen. Dat is echt niet genoeg voor een gezin van vijf personen. Als mijn ouders een onverwachte grote uitgave hadden, werd er nog verder bezuinigd op het eten. We gingen wel eens hongerig naar bed. Op school vroeg mijn mentor of ik mij wel goed voelde, na weer een gestreste reactie. Door de situatie thuis voelde ik mij constant gespannen. Door de stress kon ik moeilijk concentreren op mijn huiswerk. Dankzij de coaching van mijn mentor heb ik toch mijn HAVO diploma behaald. Daarvoor ben ik haar erg dankbaar. Thuis was er nooit genoeg geld om een verjaardagscadeau te kopen. Mijn moeder had nooit eens een bosje bloemen op tafel. Daar was geen geld voor. ‘Bloemen kun je niet eten’ zegt mijn moeder altijd. Mijn ouders vertelden mij dat ik een kamer moest zoeken en op mijzelf mest gaan wonen. Anders dreigden zij GEKORT te WORDEN door de SOCIALE DIENST. Dit heet de KOSTENDELERsNORM. Die wordt toegepast als je achttien jaar wordt. Mijn ouders zouden dan nieuwe schulden moeten maken om rond te kunnen komen. Eerst kwam ik terecht op een kamer in huis bij het gezin van een vriendin waar ik een half jaar kon blijven wonen. Daarna moest ik een andere kamer zoeken. Ik was al bij woningnet ingeschreven voor jongerenhuisvesting, maar er is niets beschikbaar. Een kamer in Amsterdam kost voor mij als jongere tussen de 900 en 1100 Euro. Dat kan ik van mijn studiefinanciering niet betalen. Terug naar huis bij mijn ouders kan ik niet. Daardoor ben ik nu DAKLOOS EN THUISLOOS.
Om toch ergens in een bed te kunnen slapen kon ik soms terecht bij klasgenootjes of vrienden, maar dat houdt een keer op. Nu woon ik in een BED, BAD en BROOD Locatie. Ik zie veel jongeren om mij heen met vergelijkbare problemen. Die problemen ontstaan door fout beleid van de regering. Zij moeten de KOSTENDELERSNORM in Den Haag afschaffen. Ook moeten er veel meer STUDENTENKAMERS, JONGERENHUISVESTING en STARTERSWONINGEN worden gebouwd om ons – de jongeren – goed te kunnen helpen.
De casus van FATIMA staat niet op zich zelf maar maakt deel uit van een groeiende ontwikkeling van dakloosheid onder jongeren. In de officiële cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek telt niet iedere casus mee. Heel veel jongeren zijn niet als dakloos geregistreerd bij gemeente. Zij zijn zelfs helemaal niet geregistreerd, maar van de radar verdwenen: spookjongeren geworden.
De opvang is in de praktijk in Amsterdam overvol. Op dagelijkse basis komen uit huis gezette gezinnen en alleenstaande daklozen om hulp en onderdak vragen. Er is voor hen eenvoudig geen plek. Er zijn diverse categorieën dakloze jongeren.
Te denken aan; getroffenen van de kostendelersnorm, alleenstaande minderjarige asielzoekers, illegale uitgeprocedeerde jongeren, dakloze studenten, jongeren die door huiselijk geweld of spanningen het ouderlijk huis moesten verlaten, LHBTQI+ jongeren die vanwege hun genderidentiteit het huis uit werden gezet. Deze groepen slapen op steeds wisselende adressen en beschikken niet over een vast woonadres of postadres.
Volgens een bericht van VALENTE, de landelijke koepelorganisatie van opvangorganisaties waren ruim 514.000 burgers uitgeschreven uit de Basisregistratie Personen bij de gemeenten, omdat zij niet aan konden tonen ergens woonachtig te zijn. Veel van hen verblijft in bungalowparken, op campings, in campers en auto’s. Leven vanuit de kofferbak van hun automobiel.
Landelijk kregen circa 1640 minderjarigen met dakloze ouders opvang aangeboden. Zij worden door het Centraal Bureau voor de Statistiek niet meegeteld. Op landelijk niveau ontvingen circa 14.000 kinderen ambulante ondersteuning bij het voorkomen van dakloosheid van het gezin waartoe zij behoren of na herhuisvesting.
Ook de zogeheten ‘zelfstandig redzame’ daklozen worden door de overheid niet in de cijfers meegenomen; zij moeten hun eigen hagje maar zien te redden. De Assadaaka Community ziet regelmatig jongeren met een keurige baan voorbij komen tijdens de spreekuren, maar zonder dak boven het hoofd hebbende. Dakloosheid komt veel vaker voor dan men denkt.
Dakloosheid kost de overheid veel geld. De gemiddelde kosten van een georganiseerde opvang of maatschappelijke ondersteuning kost op jaarbasis al snel circa 40.000 Euro. De maatschappelijke kostenpost door dakloosheid is onhoudbaar op termijn.
Oplossingen liggen daar waar de overheid haar plicht oppakt door het mensenrecht op wonen en woonruimte eindelijk in te vullen door de bouw van een voldoende aantal voor normale burgers betaalbare wooneenheden. Volgens de Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving begint ‘Herstel en met een woning’.
‘Veel jongeren belanden komen langdurig in ellendige situaties terecht, omdat de overheid in verzuim blijft’, zegt Ahmed El Mesri, voorzitter van de Assadaaka Community. ‘Jongeren horen niet thuis in nachtopvangvoorzieningen, maar in fatsoenlijke, kwalitatief goede en betaalbare woningen’, aldus de geestelijk verzorger.
In een brief aan de kabinetsformateur schrijft de Assadaaka Community dat het nieuwe kabinet met de meeste urgentie een stappenplan dient te ontwikkelen om aan jeugd-dakloosheid een einde te maken. In een brief aan het College van Burgemeester en Wethouders verzoekt de Assadaaka Community met klem om steun voor haar pleidooi en om de ontwikkeling van flankerend beleid om op te heffen, die jongeren-dakloosheid.
Ook moet de PARTICIPATIEWET worden aangepast: de wrede en inhumane KOSTENDELERSNORM AFSCHAFFEN!
Door: Ahmed El Mesri, voorzitter en Rabbijn Simon Bornstein, geestelijk verzorger Assadaaka Community